Het ligt in onze aard om anderen te beoordelen op de fouten die zij maken. We dachten dat we in hun positie nooit hetzelfde zouden doen. In de wereld is het normaal om naar anderen te kijken en je mening te geven over slechte beslissingen die andere mensen maken, zelfs als je je niet bewust bent van de redenen erachter. Het oordelen over anderen gebeurt niet alleen bij ongelovigen. Wij mensen zijn uit natuur al zo omdat onze lichaam altijd opzoek is naar voldoening , het zoekt altijd naar een kans om te zondigen. 

 Zonde is dus onvermijdelijk, maar kan onder controle worden gehouden als we ons leven baseren op het woord van God, onze geest voeden en het vlees laten verhongeren. 

 Voor een Christen komt het oordelen van andere mensen meestal wanneer hij zich beter vindt dan een ander. Hij heeft Christus in zich, maar het feit dat we Jezus in ons leven hebben maakt ons niet beter dan wie dan ook. We blijven zondaars, maar zondaars die verlost zijn. Onze daden blijven slecht, en al het goede in ons komt van God. Het is dus net een oude doos met een schat erin. De doos zelf heeft geen waarde, maar de inhoud ervan maakt hem speciaal en waardevol. 

 Jezus zegt in zijn woord dat we op de dag des oordeels allemaal verantwoording zullen moeten afleggen voor onze houding, en de manier waarop we anderen beoordeelden. Zullen wij ook geoordeeld worden.

 “Want met welk oordeel u oordeelt, zult u geoordeeld worden, en met de maat waarmee jij gemeten hebt, zal jou ook gemeten worden.”

Mattheüs 7:2 

 Soms hebben we in een christelijke omgeving meer moeite om bepaalde situaties niet te beoordelen of om het voorbij te laten gaan, zij kennen immers de Christus die jij ook kent en handelen slechter dan jij. Maar door slecht te spreken, stel je jouw daden gelijk aan die van hen. Zondig je ook? dan zul je verantwoording moeten afleggen aan God. 

 Gods liefde in ons moet echt zijn. Het zou geen liefde moeten zijn die alleen bestaat uit kusjes en knuffels, maar een liefde die wordt weerspiegeld in gebed, bidden voor degenen die je pijn hebben gedaan en je in de steek hebben 

gelaten.

 “Maar ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor degenen die jullie vervolgen.”

Mattheüs 5:44